Met ‘The Culture Map’ het bos in
Onder de kop ‘Lompe Nederlanders’ prijkte het boek ‘The Culture Map’ van Erin Meyer bij de wetenschappelijke boekrecensies in Vice Versa magazine. Alleen al met het recenseren van dit boek in deze rubriek werd gesuggereerd dat het hier om een goed onderbouwde publicatie over cultuurverschillen zou gaan. Helaas lezers, dat is het niet. En dit gebeurde zelfs in navolging van een van onze gerenommeerde dagbladen, dat eerder dit jaar over Nederlanders kopte ‘Te lomp, veel te direct en moeite met autoriteit’. Zo lusten we er nog wel een paar!
Cultuurgeneralisatie
Anno 2015 verovert Erin Meyer de wereld met een boek dat er op het eerste gezicht goed uitziet en lekker vlot weg leest, maar dat op het tweede gezicht stevig door de mand valt. Zelfs zodanig dat ik durf te stellen dat we met deze Culture Map het bos in gestuurd worden. Want The Culture Map beschrijft een traditionele cultuurgeneralisatie, is niet wetenschappelijk onderbouwd, mist de laatste inzichten uit het interculturele vakgebied en is veel te simplistisch voor deze complexe wereld.
De bomen en het bos
Laten we met deze prachtige beeldspraak beginnen. Als mens ben je:
- ‘als geen ander’ (dus een unieke persoonlijkheid)
- ‘als sommige anderen’ (onze gedeelde cultuur) en
- ‘als alle anderen’ (de universele natuur van het mens-zijn)
Deze differentiatie is nodig als het over intercultureel samenwerken gaat. Je hebt altijd met unieke persoonlijkheden te maken, maar ook met culturele bagage die je gevormd heeft en je in hoge mate (vooral onbewust) stuurt. Jou en de ander. Over die culturele bagage en hoe die internationaal verschillend is opgebouwd, zijn veel boeken geschreven. Je kent vast Hofstede (6 dimensies), Trompenaars (7 dimensies), Lewis (3 dimensies) en The Globe-studies (9 dimensies). In dezelfde lijn van denken introduceert Erin Meyer 8 schalen waarop culturen ingedeeld kunnen worden. Ook zij beschrijft hiermee dus het bos, niet de bomen, noch de onderlinge relaties.
Geen wetenschappelijke onderbouwing
Het teleurstellende is alleen dat Meyer het bos op niet-wetenschappelijke manier beschrijft. Had ze dat wel gedaan, dan zou dat een meerwaarde hebben opgeleverd, omdat ook op alle bovengenoemde studies het een en ander is aan te merken. Haar boek telt welgeteld slechts 21 voetnoten met verwijzingen naar literatuurbronnen, maar een literatuurlijst ontbreekt. Nergens in haar boek maakt Meyer duidelijk op wie ze zich baseert, hoe haar onderzoek in elkaar zit en hoe ze aan haar schalen komt. Bovendien gaat ze nogal lukraak met verschillende landen om. Afrikaanse landen komen in haar boek nauwelijks voor, maar op drie schalen verschijnen er ineens wel een paar. Op de ‘Beslissingen’-schaal introduceert ze alleen Nigeria, terwijl op de ‘Planning’-schaal Kenia en Nigeria worden ingedeeld en bij de ‘Onenigheid’-schaal alleen Ghana voorkomt. Hoezo deze landen bij juist deze schalen? En hoe scoren deze landen dan op die andere schalen? Ze stelt dat ze 55 landen heeft onderzocht, maar nergens is een integraal beeld van die landen te vinden. Het boek roept dus qua methodiek, validiteit en betrouwbaarheid nogal wat vragen op.
Identiteit, macht en privilege
Tussen de regels door lijkt Meyer wel blijk te geven van enig inzicht in de complexiteit van internationaal samenwerken en het belang van interculturele competenties, maar ze pakt allerminst door. Ook laat ze het onderwerp ‘Identiteit’ links liggen. En juist in een global world waarin steeds meer mensen in land A zijn opgegroeid, in land B hebben gestudeerd en in land C werken, volstaat sec cultuurkennis allang niet meer. Het gaat er veel meer om hoe individuen met verschillende identiteiten zich kunnen verbinden en samenwerken, hoe macht en privilege doorwerken en hoe de harde noot van beeldvorming is te kraken. De dynamiek tussen de bomen dus, dat is waar behoefte aan is, geen helikopterperspectief van het bos.
Oude wijn in nieuwe zakken
Kortom, Erin Meyer presenteert vooral een sappig verhaal waar je zelfs nog voor een groot deel in mee kan gaan, maar dat vooral een stereotyperend beeld van statische culturen (“Lompe Nederlanders”) schetst en dat bovendien geen wetenschappelijke basis heeft. Bovendien laat ze alle belangrijke inzichten van het afgelopen decennium rondom interculturele competenties, identiteit, macht en privilege in a global world achterwege. En dat is jammer, want van een professor van INSEAD, Frankrijks gerenommeerde business school, mag je meer verwachten.