Culturele Grammatica
Laatst had ik een deelnemer in een training die al vier maanden gedetacheerd was in Argentinië en daartoe een intensieve cursus Spaans had gedaan. Hij had zich de taal in die korte tijd goed machtig gemaakt, maar worstelde met de effectiviteit in zijn werk. Wat bleek? Hij kwam casual gekleed op de fiets naar zijn werk en dat werd door de Argentijnse collega’s niet helemaal begrepen, want dat doet een ‘baas’ toch niet? Verder was zijn aanpak tijdens het werk behoorlijk taakgericht waardoor hij overkwam als niet geïnteresseerd in de mensen en het bedrijf. Bovendien doorkruiste hij sociale conventies in de omgang met zijn meerderen door zijn directheid en door ze zelfs tegen te spreken. Kortom, tijdens de interculturele training realiseerde hij zich dat hij weliswaar de taal onder de knie had, maar dat hij zich de ‘culturele grammatica’ allerminst eigen had gemaakt.
Vanzelfsprekendheden
Interculturele effectiviteit zit in veel meer dan het spreken van de lokale taal of een gezamenlijke tweede taal. Belangrijk is het om te weten door welke bril je kijkt (wat is voor jou logisch en vanzelfsprekend in het werk?) en vanuit welke perspectieven anderen kijken (wat is voor hen volstrekt logisch en normaal). Die ordening van de wereld om ons heen is voor een groot deel onbewust. We wéten vaak niet eens dat we cultureel geprogrammeerd zijn. Pas in het contact met mensen uit andere culturen, en zeker in een interculturele werkcontext, komen we andere logica tegen. Vang je die signalen op en lukt het je bij de andere werk- en communicatiewijzen aan te sluiten? Daar heb je de competenties Interculturele Sensitiviteit en Interculturele Communicatie voor nodig.
Interculturele competenties
Allereerst moet je dus verschillende perspectieven zien en daar soepel tussen kunnen schakelen. Twee andere belangrijke interculturele competenties zijn: Omgaan met Onzekerheid en het Bevorderen van Betrokkenheid. Zeker in het begin zal je je onzeker kunnen voelen, want intercultureel werken is minder voorspelbaar. Van persoon tot persoon zijn we verschillend in hoe flexibel we met dergelijke nieuwe, onbekende omstandigheden om kunnen gaan en hoe lang we dat volhouden. En juist dát blijkt een cruciale vaardigheid te zijn voor mensen die internationaal werken: open staan, meebewegen en andere werkwijzen uitproberen. Tot slot maakt de competentie Bevorderen van Betrokkenheid de cirkel rond. Dit gaat over het vermogen krachtige werkrelaties en netwerken op te bouwen, anderen mee te krijgen en eventuele meningsverschillen over conflicterende waarden toch te kunnen slechten. Dit is de interculturele leiderschapscompetentie pur sang.
Dus voortaan maar met de auto?
De Hollander in Argentinië heeft naar aanleiding van zijn inzichten de tweede helft van zijn detachering een aantal dingen bewust anders aangepakt. Hij is gaan investeren in de relaties met zijn collega’s door hen buiten het werk om als mens te leren kennen. Dit leverde hem beduidend meer op dan alleen maar gezellige diners of lunches, want het gaf hem toegang tot informatie die in de vergaderingen (nog) niet gedeeld werd. Ook bouwde hij sociaal krediet op waardoor men hem zelfs behoedde voor missers. Verder accepteerde hij het werken binnen een veel sterkere hiërarchische werkcultuur en kreeg, frappant genoeg, meer gedaan dan daarvoor toen hij zich nog, zoals hij zelf verwoordde, als een olifant door de porseleinkast bewoog. Wel is hij zoveel mogelijk blijven fietsen, maar hij verruilde wel zijn casual werkkleding voor een mooi maatpak als hij in functie was.
Natuurlijk is goede taalbeheersing belangrijk, maar daarnaast is ‘culturele grammatica’ onontbeerlijk om intercultureel effectief te werken.