De eerste óf de laatste indruk
Je
ontmoet iemand voor het eerst. Je kijkt elkaar aan, zet een stap vooruit en schudt de hand. En binnen
7 seconden heb je een eerste indruk van elkaar! Als sociale wezens weten we
pijlsnel wie de ander is en of we hem/haar kunnen vertrouwen. Althans, dat
ménen we te weten. Onze reflexieve geest (intuitive
mind) reageert op basis van alle eerdere indrukken, ervaring en
stereotypen die we in onze ‘rugzak’ bij ons dragen. We hebben het andere,
langzamere deel van onze cognitieve informatieverwerking keihard nodig (de
reflectieve geest, reflective
mind) om het beeld van de ander compleet te maken, om te
beschrijven en niet te meteen te interpreteren, zeker als het gaat om
diversiteit. En dat duurt in de regel beduidend langer dan 7 seconden. Zelfs na
7 jaar ontdek je vaak nog nieuwe aspecten en diepere beweegredenen van de
mensen met wie je werkt.
In interculturele
trainingen en coaching krijgt niet alleen de letterlijke eerste indruk,
maar vooral het eerste contact in het algemeen veel aandacht. Hoe verbind je
je? Hoe bouw je relaties en vertrouwen op? Hoe sluit je aan bij verschillende
communicatiestijlen? Ook ik wijs in mijn werk mensen voortdurend op het belang
van Connect* in het internationale contact. Het bijzondere is echter dat onze
aandacht op een of andere manier vooral naar het begin uitgaat, en dat we eigenlijk
nooit expliciet stil staan bij het einde van een ontmoeting. We nemen aan dat
als het begin lukt, de rest ook wel goed komt. Maar hoe neem je eigenlijk
afscheid, en welke laatste indruk laat je achter?
Laatst vertelde een
man mij dat hij zich voor zijn dienstreis naar Zuidoost Azië
nauwgezet had voorbereid. Op de meeting waar alle samenwerkingspartners een
week bij elkaar waren, kon hij de verschillende perspectieven en behoeften goed
aanvoelen en bij elkaar brengen. Hij merkte dat het proces voorspoedig liep:
interessante inhoudelijke discussies, goede afspraken en warme banden. Op de
laatste avond werd het succes uitbundig gevierd met muziek, dans en drank. Hij
voelde zich opgelucht en ging lekker de dansvloer op. Even los voordat hij
terug zou vliegen. Sommige partners dansten ook; veel anderen zaten met sparkling water aan de
kant. Hoe was hun laatste indruk? Terug op zijn werkplek hadden sommigen niet
zo enthousiast gereageerd als gedurende de week, en nog jaren later hoorden hij
en zijn collega’s geluiden over zijn ‘wilde dansen’ en de royale alcoholinname
op die betreffende slotavond.
Van een deelnemer
aan een training hoorde ik een vergelijkbaar verhaal. Zij had
zich als Nederlandse afgevaardigde op een internationaal congres gericht op
netwerken en contacten opbouwen. Een aantal personen had ze tijdens het congres
niet uitvoerig kunnen spreken, maar het was haar gelukt om met één deskundige,
die rond dezelfde tijd van het hotel naar de luchthaven moest, af te spreken om
samen een taxi te pakken. Echter, gehaast en gestrest als ze was, lukte het
haar niet meer een inhoudelijk goed gesprek te voeren. Ze maakte zich druk of
ze niet iets vergeten was, of ze de vloeistoffen uit haar handbagage had
gehaald en wat haar vluchttijden nu precies waren. Futiliteiten waar ze zich
achteraf voor schaamde, maar die ongetwijfeld, en dat realiseerde ze zich
terdege, een wonderlijke laatste indruk bij haar nieuwe relatie hadden
achtergelaten. “Had ik
maar alleen gereisd”, verzuchtte ze.
In intercultureel
jargon noemen we dit ego-depletion,
mentale uitputting. De energie om intercultureel sensitief te zijn, je oprecht
te verbinden en aan te sluiten bij wat de context vereist, is domweg op. Dit
kan in allerlei vormen tot uitdrukking komen. In de verhalen hierboven vallen
de professionals terug op eigen behoeften en (culturele) patronen. Maar het kan
ook zijn dat je minder geduld kunt opbrengen en sneller geïrriteerd raakt. Wie
kent niet dat moment na een gezellig groepsdiner dat je gebogen zit over de
rekening van het restaurant, zwoegend op een verdeelsleutel met ondertussen
mensen die pinnen of contant betalen en al vertrekken, de rekenaars
achterlatend met betalingen die de factuur nog niet dekken? Ook zo’n fijne
laatste indruk van een inspirerend internationaal congres.
Wil je dit bij jezelf
voorkomen? Dan is er eigenlijk maar één remedie: laad je accu
tijdig op. Internationaal werken is inspirerend, en ook veeleisend. Je bent
vaak al moe van de reis, zeker als je veel tijdzones hebt overbrugd. In die
andere omgeving kan je meestal minder op je automatische piloot doen, dus is je
systeem harder aan het werk. Gun jezelf ook de tijd en ruimte om bij te komen,
te slapen of te ontspannen. Een avond geen
sociaal programma doet wonderen, waardoor je de laatste dag wel scherp bent en
geen beschamende blunders maakt. Want je bent niet aldoor intercultureel
effectief geweest om die voortreffelijke indruk tijdens de laatste 7 seconden
uit handen te laten vallen, nietwaar?