Ja? Nee? Pats boem!
Effectieve interculturele communicatie wordt nog te vaak gezien als een fijne positieve bijkomstigheid, een luxe bijna. En toch kan het ook een zaak van leven of dood zijn; denk aan gezondheidszorg of politie. Of een zaak van nationaal belang, zoals het voorkomen van een milieuramp. Dat ervoer ik onlangs bij een bijzondere opdracht voor loodsen in de havens.
Bonte mix van nationaliteiten
Het binnenloodsen van olietankers en containerschepen op drukke wateren is een vak apart; zeker bij slecht weer, springtij of ‘s nachts. Communicatie tussen loods, kapitein en scheepsbemanning is per definitie intercultureel, want de crews zijn bonte mixen van nationaliteiten. Ik had de eer om de communicatie aan boord van twee enorme containerschepen te mogen observeren en zag hoe nauw die communicatie luistert en hoe alert een loods dus moet zijn op overdrachtsfouten.
Bijna-botsingen
Want hoe loopt die communicatieve route dan precies? De loods overlegt op de brug van het schip met de kapitein, meestal in het Engels. Hij communiceert in het Nederlands met de havenautoriteiten en met de mannen in de sleepboten via een walkietalkie, terwijl tegelijkertijd de kapitein in de eigen taal met zijn crew beneden communiceert over de route naar de kade. In die kakafonie van talen, is de hamvraag: hebben zij elkaar precies begrepen en weet iedereen wat hem op welk moment te doen staat? Timing is daarbij cruciaal. Want de verhalen over bijna-botsingen tussen schepen onderling, of met de kade, sluis of brug hadden in de kern altijd een intercultureel communicatieprobleem: “Die Russen wachten nog op orders, terwijl het toch al duidelijk was wat ze moesten doen?” “Die Chinezen knikten ja, maar begrepen er niets van.”
Thinking, fast and slow
Wat er op dit soort spannende momenten vaak gebeurt, is dat de snelle automatische piloot van onze hersenen het overneemt van het (veel langzamere) reflectieve deel van ons brein. Daniel Kahneman beschrijft in zijn bestseller ‘Thinking, fast and slow’ minutieus hoe het brein werkt. Geïnspireerd door onder andere dit werk heeft Joseph Shaules dat gegeven voor interculturele communicatie verder uitgewerkt in ‘The Intercultural Mind’. In het kort: de intuitive mind is snel en baseert zich op onze eigen culturele voorkeuren, aannames en vooroordelen over de ander. De reflective mind is langzamer, logischer en maakt afwegingen. We hebben voor ons functioneren beide hersensystemen nodig, maar het lastige is dat we zelf vaak niet eens weten wie er aan het roer staat, om in scheepstermen te blijven.
De reflective en de intuitive mind
Van origine is interculturele training en advies gericht op het begrijpen van je eigen culturele achtergrond in relatie tot culturele verschillen en hoe daarmee om te gaan. Vanuit de reflective mind gedacht dus. En laat daar nu net het euvel zitten. Want als het erop aan komt, vergeten we zomaar al onze interculturele kennis en opereren we vliegensvlug volgens onze eigen culturele logica. Gechargeerd gesteld: het Filipijnse bemanningslid zegt keurig ‘ja’, terwijl de Nederlander een ‘nee’ verwacht als het schip niet voldoende ruimte heeft aan de kade. Gevolg: pats boem!
De sleutel van cultural neuroscience
Daarom spreekt het relatief nieuwe vakgebied Cultural Neuroscience mij enorm aan. Want juist in die verbinding tussen routines, eigen culturele voorkeuren, beeldvorming en biases met bewustwording, kennis en inzichten over effectieve interculturele communicatie ligt de uitdaging. Dit vereist dat we fijnmazig naar onszelf leren kijken, naar onze aannames, verwachtingen en reactiepatronen. Daar ligt de sleutel. Want niets zo persoonlijk als intercultureel werken!